Uluru (Ayers Rock), 31 januari 2016

31 januari 2016 - Uluru, Australië

Uluru (Ayers Rock), 31 januari 2016

We staan om 5.00 uur om, want om 5.45 uur worden we opgehaald voor de driedaagse Ayers Rock Camping Tour. Ook LeeChung uit Taiwan staat te wachten. In de bus zitten nog maar 14 mensen, want de anderen worden opgehaald bij het vliegveld van Ayers Rock. Onze tourleider heet David en blijkt een Canadees te zijn. Het is ongeveer 550 km. rijden naar Ayers Rock Airport. Het landschap is veel te groen voor de tijd van het jaar. Er is begin januari al net zoveel regen gevallen als normaal gesproken in een heel jaar. We stoppen bij een cattlestation (hele grote boerderij, ongeveer zo groot als Provincie Utrecht) met koeien, schapen ed) om te tanken, de benen te strekken en drinken long black coffee. Er zijn hier koeien, maar ook kamelen en er is een artgallery met Aboriginal Art. 

Om 12.00 uur halen we de rest van de groep op. In totaal zijn we met 23 mensen, want één persoon is niet op komen dagen. Er zijn acht jonge Koreanen, twee broers uit New York, een ouder echtpaar uit San Francisco met hun zoon en nicht, drie zussen uit China, een Brit die in Den Haag woont, een Fransman uit Parijs, een meisje uit Melbourne, de Taiwanees en wij.

We rijden naar de kampeerplek, waar we gaan lunchen en overnachten. Een paar mensen snijden de groente en Erik bakt de hamburgers op de bbq. We eten hamburgers.

's Middag kun je kiezen uit twee kleinere wandelingen met David of de Full Uluru Base Walk rondom Ayers Rock, die eigenlijk Uluru heet. Tegenwoordig worden de Aboriginal namen weer gebruikt, omdat het land in 1976 is teruggegeven aan de Aboriginals. 
Wij gaan voor de grote wandeling van 9 km. Het is behoorlijk warm en gelukkig hebben we genoeg water en zonnebrand bij ons. De vliegennetten, die we in Adelaide gekocht hebben, zijn echt hard nodig. De vliegen zoeken vocht en dat vinden ze in je oren, neus, ogen en mond, dus we lopen rond met onze vliegennetten om ons hoofd. 
Uluru heeft een aan twee kanten een gedeelte waar je niet mag fotograferen, de sensitive site. Dat heeft te maken met hun cultuur. De rots is enorm groot en de kleur is rood. Halverwege kun je naar het permanente waterhole. We moeten flink doorlopen om op tijd (18.10 uur) weer bij de bus zijn, want we moeten nog een stuk rijden en willen op tijd zijn voor de zonsondergang. Op deze plek is het een enorme drukte, want alle tours komen naar deze plek met tafeltjes en stoelen en champagne om naar de zonsondergang te kijken. Helaas is het bewolkt.
Er zit hier ook een aantal vrouwen om Aboriginal Art te verkopen voor redelijke prijzen. Wij kopen twee kleinere schilderijen van Barbara. De meeste artiesten zijn vrouwen, want de mannen zijn te lui wordt er gezegd.
De Aboriginals hebben vrijwel geen werk en krijgen geld van de regering. Hun geschiedenis is triest en tegenwoordig probeert de regering hier wat aan te doen. Maar door huizen en geld te geven worden ze niet echt gestimuleerd om te gaan werken en studeren. Ze wonen in kleine dorpen in de buurt van Uluru. Een aantal drinkt teveel, zij worden uit de groep gezet en leven in Alice Spings. 

Na de zonsondergang rijden we terug naar onze kampeerplek. Iedereen krijgt een slaapzak en je kunt een swag pakken. Het is een grote juten matras, waar je in gaat liggen in je slaapzak. De bedoeling is om buiten te slapen onder de sterrenhemel, maar we gaan in de tenten liggen, omdat het verschrikkelijk hard gaat regenen, heel ongewoon in januari. De tenten lekken hier en daar en het is heel erg warm, waardoor we alleen gaan liggen op de swag en op de slaapzak. We liggen met ongeveer 8 man/vrouw in een tent. In onze tent ligt een van de New Yorkers enorm te snurken. Het is erg primitief, maar toch lukt het om een paar uurtjes te slapen.

Foto’s