Port Campbell, 21 januari 2016

21 januari 2016 - Port Campbell, Australië

Port Campbell, 21 januari 2016

We staan op tijd op, want we willen veel zien vandaag. Op de camping zit een koala zo laag in de boom dat we hem zouden kunnen aanraken. Heel lief.

Eerst rijden we naar de beroemde vuurtoren van Cape Otway. Het is een klein parkje, waar nog veel meer te zien is. Er zijn hier verschillende dinosaurusbotten gevonden en er is een telegraafstation geweest. Er zijn morse machines en ook kastjes vol met vlaggen om boodschappen door te geven aan boten. De boten hadden ook vlaggen om te kunnen vragen en antwoorden.

We vervolgen de Great Ocean Road en slaan af om naar de watervallen te gaan. We kiezen er een uit, de grootste, Triplet Falls. Het is een kilometer lopen, vooral over trappen. De waterval bestaat uit drie watervalletjes, vandaar de naam. Het valt ons tegen, want wij hebben natuurlijk al een waterval van 300 meter gezien. Dit is dan echt een kleine waterval. In Australië is het wel bijzonder, omdat de meeste rivieren droog staan en er geen water stroomt door de watervallen.

Terug naar de Great Ocean Road om naar het meest bijzondere te rijden, the Twelve Apostles. Vlak voor de afslag heb je de Gibson Steps. Je kunt hier via steile trappen naar het strand. Over het strand kun je naar twee van de twaalf apostelen lopen. Het is heel bijzonder. De stenen staan in zee en zijn enorm groot. Het wordt hoog water, dus we gaan terug, want het strand is straks verdwenen. Een paar honderd meter verder is een enorme parkeerplaats. Hier is het echt druk. The Twelve Apostles! Er zijn uiteindelijk helemaal geen 12 apostelen meer, want een paar zijn al in zee verdwenen. Het is echt heel erg mooi, bijzonder, etc. 

Het is ondertussen 18.00 uur en we rijden verder op zoek naar een betaalbare camping. Dat is langs de GOR haast niet mogelijk, want iedereen verdubbelt zijn prijzen tijdens het hoogseizoen en dat is het nu. In Port Campbell vragen we bij de camping of er plek is en wat het kost. Er is plek, maar 60 dollar vinden we teveel. De vrouw zegt nog dat zij de enige camping zijn in de buurt, maar we rijden verder. Om de hoek staat een bordje met (nog een) camping. We rijden er naartoe en het blijkt een gemeentecamping te zijn op een heel groot veld. Het is boven een enorm sportcomplex (rugby). Er is een campkitchen, wasmachines, heel mooi schoon sanitair (de douche is geweldig), barbecues, elektriciteit en drinkwater bij de plek. Als we komen aanrijden staat er iemand te zwaaien. Het blijkt de manager, een zeer Australisch pratende jongen. Het kost maar 35 dollar met elektriciteit. Top!
De camping in het dorp is natuurlijk niet blij met deze veel betere camping voor de helft van de prijs, vandaar dat ze zeggen dat ze de enige camping zijn. 

We nemen onze barbecue spullen mee en gaan eten in de campkitchen. Het is nog steeds lekker zonnig.

Foto’s